40 jaar Porsche 911 turbo
In 1974 kwam de eerste Porsche 911 turbo officieel op de markt onder het toeziend oog van Ernst Fuhrmann. Reden om stil te staan bij dit icoon van Duitse kracht, souplesse, snelheid en design dat tot op de dag van vandaag fans over de hele wereld kent.
Het model is door de jaren heen uiteraard wel veranderd. Het begon allemaal met de 930 met een 3 liter motor in 1974 welke in 1977 werd aangepast naar een 3,3 liter motor. Tot 1989 zou het model de typenaam 930 houden. In 1990 kwam de 964 op de markt met een 3,6 liter motor gevolgd door de 964 in 1995 die voor het eerst vierwielaandrijving kreeg. In 2000 kreeg de 996 een twin-turbo en waterkoeling voor zijn 3,6 liter motor. De 997 uit 2006 kreeg nog wat meer vermogen uit zijn 3,6 liter blok en in 2013 werd het blok verder vergroot tot 3,8 liter.
Het ontstaan van de 911 turbo
Op de IAA Frankfurt Motor Show in 1973 was een zilveren prototype van Porsche de smaakmaker, niet in het minst vanwege zijn buitengewone verschijning. Vanuit haar motorkap aan de achterzijde prijkte een onderscheidende achterspoiler, met luchtinlaat roosters en omzoomd door een dikke rubberen lip. Visueel deed het denken aan de 911 Carrera RS 3.0, die net op de markt was gekomen, maar de badges op de achterste wielkasten maakte duidelijk dat het hier om een heel ander model ging: de turbo.
Verborgen onder de opvallende achterspoiler lag technologie die het hart an elke Porsche eigenaar en liefhebber sneller deed kloppen: een drie-liter zescilinder motor met een turbo die 280 PK leverde en zorgde voor een topsnelheid van meer dan 250 km/u. Daarnaast had de auto een geweldige handling: een raceauto voor op de weg.
Ingenieurs bij Porsche waren al een tijdje aan het zoeken naar manieren om het motorvermogen te verhogen voor de Porsche raceauto’s. In 1969 bouwde het bedrijf een platte 16-cilinder, 6.0-liter ongeblazen ‘Can-Am’ racing motor die 770 PK produceerde. De ingenieurs hadden berekend dat in de uiteindelijke 7.2-liter vorm 880 PK mogelijk zou moeten zijn alleen is deze versie nooit gebouwd. Porsche had een andere motor op de testbank die dit blok direct overbodig maakte: een turbocharged versie van de 5.0-liter ‘flat-12’ van de 917 Spyder die maar liefst 900 PK leverde. Dit zou een van de meest krachtige racemotoren aller tijden worden met 1200 PK.
Zo begon Porsche te ontwikkelen op het vlak van turbo-charging. Na twee opeenvolgende kampioenstitels in Amerika’s spannende, onbeperkt Can-Am race-serie, paste Porsche zijn zwaarbevochten turbotechniek-kennis toe op de 911. De resultaten zouden de kijk op high performance straatauto’s voor altijd veranderen. Porsche had de 2,0-liter turbo flat ‘six’ van een 911 al getest in 1969, maar het was pas in 1973 dat dit 2,7-liter motorblok opgevoerd zou worden met een turbo. Het was in deze vorm dat de 911 turbo zijn debuut maakte als conceptcar in Frankfurt in september van dat jaar. De body was een 3.0 RS voorzien van grote ‘turbo’ graphics en een grote spoiler. Autoliefhebbers van over de hele wereld wilden het model kopen, ondanks de oliecrisis.
Porsche speelde goed in op de geluiden uit de markt en de ontwikkeling van de auto werd doorgezet. In 1974 verscheen de productie-auto op de Autosalon van Parijs, nu met een motor met een cilinderinhoud van 3,0-liter met 260 PK en bediend door een sterkere versnellingsbak met vier versnellingen. Er was veel interne discussie bij Porsche over het soort auto dat deze 911 turbo zou moeten zijn. Sommigen vonden dat het een wegracer moest zijn in de vorm van de vroegere en hedendaagse RS-modellen. Porsche wilde sowieso 400 exemplaren van de turbo verkopen verkopen, zodat het kon worden gehomologeerd voor de nieuwe Groep 4 sportwagen regels.
